Cannabis op de beurs: goed of slecht?

Het Canadese fondsenhuis Horizons ETF’s heeft groen licht gekregen voor een zogenaamde ‘wiettracker’, meldt het FD. Het is een nieuwe stap in de geleidelijke beursgang van cannabis. Maar is dat nou een goede of slechte ontwikkeling?


Dat aandelen van cannabisproducenten op de beurs verhandelbaar zijn, mag geen nieuws heten. Er zijn al enkele tientallen beursgenoteerde bedrijven die in (medische) cannabis handelen, of in producten bedoeld voor de cannabismarkt.

Het Canadese fondsenhuis is niet eens het eerste fondsenhuis dat een wiettracker heeft ingericht. Zo bestaat de North American Medical Marijuana Index al veel langer. Eigenlijk is de nieuwe wiettracker dus helemaal geen nieuws. Toch is het misschien goed om er even bij stil te staan.

Want wat betekent deze ontwikkeling precies? En misschien belangrijker: wat zijn de gevolgen van de beursgang van cannabis?

Effectenbeurzen

Laten we beginnen bij het begin. Effectenbeurzen zijn marktplaatsen voor zogenaamde ‘effecten’. Dat zijn bijvoorbeeld aandelen, obligaties of financiële derivaten. Als iemand een aandeel van een bedrijf op de effectenbeurs koopt, dan koopt die persoon in feite een heel klein stukje van dat bedrijf. Wanneer je meer dan 50% van de aandelen van een specifiek bedrijf in handen hebt, dan mag je in principe alles bepalen wat het bedrijf doet.

Voor bedrijven kan het interessant zijn om naar de beurs te gaan, zoals dat heet. Want door aandelen in het bedrijf te verkopen kan in korte tijd heel veel geld opgehaald worden. Daarmee kan een bedrijf veel sneller groeien dan mogelijk zou zijn wanneer de eigenaar alles zelf zou moeten ophoesten. Het nadeel is dan weer dat de eigenaar rekening moet houden met de wensen van aandeelhouders.

Cannabis op beurs

Het is niet zo raar dat bedrijven uit de cannabissector juist nu massaal op de beurs overstappen. Zoals je waarschijnlijk niet is ontgaan, is er in de Verenigde Staten en Canada een plotselinge ommezwaai gemaakt in de wetgeving rond cannabis. Bedrijven vechten elkaar daarom de pan uit om de grootste speler op de markt te worden. En de snelste manier om dat te doen is door de effectenbeurs op te gaan.

Economische macht

Het grootste voordeel van een beursgang is al genoemd: bedrijven kunnen daardoor snel groeien. Maar er is nog een ander groot voordeel aan bedrijven uit de cannabissector die massaal de beurs op gaan. Cannabis wordt dan een officiële economische sector, die voor overheden moeilijk te negeren is.

Economische groei wordt namelijk gemeten aan de hand van fluctuaties van de prijzen van aandelen. Voorheen speelde cannabis dus geen rol in de economische sector, want het was allemaal zwart en illegaal geld. Maar nu bedrijven uit de cannabissector officieel meetellen op de beurs, kunnen politici direct afgerekend worden op hun drugsbeleid. Immers, als de bedrijven minder waard worden, dan volgt er economische teloorgang.

Nadelen

Toch zijn er ook nadelen van cannabisbedrijven die naar de beurs gaan, en die nadelen hebben alles met aandeelhouders te maken. Aandeelhouders investeren geld in een bedrijf en willen dat geld natuurlijk, inclusief rente, terugkrijgen. Bovendien hebben aandeelhouders in grote mate zeggenschap over de keuzes die het bedrijf maakt. En aandeelhouders houden lang niet altijd rekening met wat maatschappelijk het meest verantwoord is.

Over het algemeen eisen aandeelhouders dat er elk kwartaal meer winst wordt gemaakt. Als dat gebeurt dan ontvangen ze namelijk dividend, oftewel keiharde flappen. Dat is waarom ze in het bedrijf hebben geïnvesteerd natuurlijk. Maar juist die honger naar winst staat op gespannen voet met wat maatschappelijk wenselijk is. Want willen we wel dat er elk kwartaal meer cannabisproducten worden verkocht?

Perverse prikkel

Als we medisch gebruik buiten beschouwing laten, dan kun je stellen dat het wenselijk is als mensen zo min mogelijk wiet roken. Drugsgebruik is immers nooit zonder (gezondheids)risico. We willen natuurlijk dat onze landgenoten zo gezond mogelijk blijven. Maar beursgenoteerde cannabisbedrijven willen juist zoveel mogelijk wiet verkopen worden. Daardoor ontstaat een tegenstelling in de belangen van een bedrijf, en die van het volk. Zoiets noemen we ook wel een ‘perverse prikkel’.

In de alcoholbranche bestaat die perverse prikkel al heel lang. Beursgenoteerde bedrijven zoals Heineken en Grolsch proberen zo veel mogelijk alcohol te verkopen. Doordat het van die gigantische bedrijven zijn hebben ze ook veel macht. Zo zijn de meeste cafés in stadscentra officieel eigendom van bierverkopers. Die bedrijven verplichten de horecaondernemer om een vooraf bepaalde hoeveelheid bier in te kopen voor een vaste prijs. En de ondernemer moet maar zien dat hij al dat bier aan klanten weet te slijten.

Beursgang in Nederland

Het is natuurlijk de politiek die bepaalt aan welke regels de sector zich moet houden. Aangezien de Tweede Kamer aan het begin van dit jaar de Wet Gesloten Coffeeshopketen heeft aangenomen, is de beursgang van cannabis ineens heel actueel in Nederland.

Er blijft nog veel onduidelijk over de legalisering van wiet in Nederland. Zo is totaal niet duidelijk wie de wiet gaat produceren. En het is al helemaal niet duidelijk of die bedrijven naar de beurs mogen gaan. Het is daarom belangrijk om met elkaar over dit onderwerp te praten. Willen we onze heilige plant overleveren aan de grillen van de vrije markt, of juist niet? Dat blijft de vraag.

Deel op: